Wat weet een stylist dat ik niet weet? (deel 2)

Daan op onderzoek uit

In deel 1 schreef ik dat ik benieuwd was geworden naar de richtlijnen voor een interieur. 
Van die tips die stylisten wel weten maar waar ik geen idee van heb.


Hoe creëer je balans in een interieur? Welke kleuren kun je het beste gebruiken? Nadenken over ons interieur was iets nieuws. Meestal deed ik de dingen op mijn gevoel.


Ik haalde wat boeken uit de bibliotheek en ging aan de slag. In de komende blogposts deel ik mijn bevindingen (en resultaat) met je.


Een woonstijl

Ik weet dat ik van de Scandinavische en van de landelijke stijl hou. Stoer, stevig en functioneel.

En ik hou ook van romantisch zacht en harmonieus (poederige pastels, botanische prints 
en klassieke vormen).

Kortom een mix en match interieur 😀 Stoer romantisch landelijk Scandinavisch.

De basis (verf)

Ik wilde niet teveel verschillende kleuren en meer licht in de woonkamer. Voorheen had ik een blauwe kleur op een muur (Flexa: denim drift) en veel wit (Ral 9010).
Het schijnt dat ik daar helemaal niet verstandig aan deed!

Want…het licht in de woonkamer valt binnen vanuit het noorden. En dit is koud licht en dat wil zeggen dat er een blauwe ondertoon in zit.

Tips:

Vermijd een koele kleur als je woonkamer aan het Noorden grenst, anders krijg je een killere uitstraling.
Gebruik een warme kleurtint. Bijvoorbeeld witte muurverf met een oranje ondertoon. 
Ik heb zelf van Histor de muurverf met de naam: 'noot' laten mengen.

Bij het kiezen van de kleuren dacht ik aan een complementair kleurenschema. Kleuren die tegenover elkaar liggen op de kleurencirkel. Om het spannend en levendig te houden.

Tip:

Pas van elke kleur uit je kleuren schema verschillende tinten toe. 
Dus shoppen met kleurstrookjes in je tas voor decoratie zoals; kussens, kleden, vazen, etc.

De lambrisering in de woonkamer heb ik geschilderd in de histor muurverf kleur zee-egel’

(matte verf). Dit keer ook omdat hij neigt naar oranje. En dat is een warme kleur.

Daarboven heb ik de lichte witte muurverf ‘noot’ gebruikt.

Toen het erop zat, moet ik zeggen dat het direct een stuk knusser voelde. Weer wat geleerd!
Wordt vervolgd in deel 3.